Herstel onderwijs op SEF nu hoogste prioriteit

bron UNA

De leidinggevenden aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) nemen zich voor de inhoud van het recente rapport van de Waarheidscommissie als leidraad te hanteren voor verbetering van de aanpak van zaken op de universiteit. Tegelijkertijd moeten zij erop toe zien dat zonder verder uitstel het onderricht aan alle faculteiten van dit college van hoger onderwijs weer wordt opgepakt ter voorkomen dat sommige studenten anders een nog grotere achterstand in hun studie oplopen.

De Raad van Toezicht en de UNA leiding kunnen zich grosso modo vinden in de bevindingen en aanbevelingen die de Waarheidscommissie vorige week in rapportvorm heeft aangeboden aan de Minister van Onderwijs. Zo wordt al werk gemaakt van de aanbeveling om de staf van de rector magnificus en de decanaten te versterken, met die kanttekening dat een kwalitatief goede invulling daarvan wel de nodige tijd zal vergen. Juist vanwege de explosieve groei van de UNA gemeenschap die oorspronkelijke projecties inhaalde, is alvast een aanvang gemaakt met uitbreiding van de fysieke infrastructuur.

De commissie heeft op een breed terrein aanbevelingen gedaan die nauwgezet bestudeerd worden, ook op het terrein van aanpassing van bestaande structuren en beheersregels. Maar voor de Raad van Toezicht en de leiding van UNA geldt op dit moment als hoogste prioriteit om in navolging van de andere faculteiten het onderwijs op de SEF (sociaaleconomische faculteit) vanaf maandag weer op de rails te zetten. De SEF studenten zijn al lang genoeg gedupeerd en moeten duidelijkheid hebben over hun midterms, etc. Het zal nog de inspanningen en inzet vergen van docenten en studenten om nieuwe kaders uit te zetten om de verloren tijd in te halen. In de media is per advertentie aangekondigd dat vanaf vandaag het onderwijs bij SEF weer wordt opgepakt.

Tenzij er vanuit de eigen faculteit alsnog een geschikte kandidaat te vinden is die niet in opspraak is door recente ontwikkelingen, kunnen de leidinggevenden aan de UNA de aanbeveling van de commissie onderschrijven dat hiervoor een geschikte kandidaat van buiten de SEF wordt gezocht om vooringenomenheid te voorkomen. Tot dat moment blijft de heer Kleinmoedig aan om het onderwijs op de SEF in goede banen te leiden. In nauw contact met de studenten die daar het meeste belang bij hebben, zal die ontwikkeling nauwgezet gevolgd worden.

De Faculteitsraad van SEF mag dan vrijdag met meerderheid van aanwezigen SEF docent Carl Camelia weer hebben gepostuleerd. Dat gebeurde met 133 stemmen en 11 tegen, maar in totaal telt de SEF ongeveer 1200 studenten. Er moet voorts gedacht worden aan de bijna 1000 andere UNA studenten die ook te lijden hebben van de ontwikkelingen van de laatste tijd. Waarnemend rector magnificus Herman Behr zal de Faculteitsraad nog eens met redenen omkleed aanraden uit te kijken naar een andere kandidaat. Uiterlijk maandagavond wil de heer Behr een beslissing nemen. Vooralsnog blijft de heer Kleinmoedig op zijn post om het decanaat te bemannen.

Zolang de Raad van Toezicht en UNA leiding er iets over zeiden, klonk het voor de buitenwereld niet geloofwaardig. Dat is nu anders, want ook de commissie heeft geconstateerd dat de start van het nieuwe academische jaar aan de SEF doelbewust is gefrustreerd. De commissie wijst op hiaten in (de toepassing van) de regelgeving en structuren als deel van de problematiek, maar noemt ook de namen van drie SEF docenten als hoofdverantwoordelijken (Dr. G. Cijntje, drs P. van Bladel en Drs Carl Camelia, dd). De commissie stelt dat dit trio door ophitsing van andere docenten en studenten ‘onprofessioneel en onethisch gedrag’ aan de dag hebben gelegd en dat zij niet de belangen van de studenten voorop hebben gesteld, maar die groep heeft gebruikt om chaos te scheppen – waaronder het door de war schoppen van roosters – in hun machtsstrijd met de UNA leiding. Tot zover één van de constateringen van de commissie. De commissie stond stil bij de intimidatie van studenten door SEF docenten, maar ook de rest van het UNA personeel is vanuit dezelfde groepen onder druk gezet om mee te doen met acties.

Twee van de genoemde SEF docenten gaan ook na publicatie van het rapport onverminderd door met hun strijd en blijven zo de SEF studenten duperen. De commissie kan dan wel aandringen op verzoening, maar als daarvoor de basis ontbreekt, dan is een dergelijk proces op voorhand gedoemd te mislukken. De UNA leiding en Raad van Toezicht moeten toe naar een situatie om zich serieus te beraden over stappen die genomen kunnen worden tegen die docenten die gebruik makend van hun positie aan de SEF het onderwijs aan de universiteit ondergeschikt blijven maken aan hun persoonlijke belangen.

In licht van het bovenstaande wordt tevens nader bekeken wat er gedaan kan worden met de serieuze aanbeveling van de commissie voor professioneel en forensisch onderzoek naar het verdwijnen van belangrijke SEF informatie van de website van de faculteit. Dat was een belangrijke oorzaak voor de chaos die ontstond, omdat data wegvielen die nodig waren voor de roosters. Zo’n onderzoek is niet alleen bijzonder kostbaar, maar vergt ook de nodige tijd om te kunnen aantonen of er sprake is geweest van moedwillige obstructie of sabotage. Aan de andere kant, de uitkomsten van zulk onderzoek zijn nodig om gepaste maatregelen te treffen, zoals de commissie suggereert, tegen de eventuele boosdoener(s).

Het rapport van de Waarheidscommissie is via de nieuwssectie van de website http://www.una.an/ voor een ieder toegankelijk gemaakt.