Kralenijk - Op dinsdag zijn twee politiemensen van het Korps Politie Bonaire buiten functie gesteld in afwachting van hun ontslag. Een derde politiemedewerker heeft een berisping ontvangen. Deze disciplinaire maatregelen werden genomen door de Gouverneur van de Nederlandse Antillen. De eerste twee politiemensen worden verdacht van ernstig plichtsverzuim, de derde van licht plichtsverzuim.
Aanleiding voor deze maatregelen is het interne onderzoek dat binnen het politiekorps van Bonaire werd ingesteld naar aanleiding van de verdwijning van Marlies van der Kouwe, in de nacht van 20 op 21 september 2008.
In die bewuste nacht waren de eerste twee politiemensen belast met surveillance. Zij ontvingen van de meldkamer een melding om naar de wijk Hato te gaan, alwaar zij vernamen dat een meisje door een man van haar fiets was getrokken en dat dit meisje door de man was meegenomen op een bromfiets.
Deze politieambtenaren stelden echter vast dat de melding wellicht voortkwam uit een ruzie in de relationele sfeer en lieten de zaak verder voor wat het was. Ook de derde politieambtenaar, de meldkamercentralist, reageerde verder niet op de bewuste melding. Pas na 36 uur kwam het onderzoek naar de verdwijning van Marlies van der Kouwe op gang. Deze constatering was voor de korpschef voldoende aanleiding voor de start van een het intern onderzoek binnen het korps.
Aanleiding voor deze maatregelen is het interne onderzoek dat binnen het politiekorps van Bonaire werd ingesteld naar aanleiding van de verdwijning van Marlies van der Kouwe, in de nacht van 20 op 21 september 2008.
In die bewuste nacht waren de eerste twee politiemensen belast met surveillance. Zij ontvingen van de meldkamer een melding om naar de wijk Hato te gaan, alwaar zij vernamen dat een meisje door een man van haar fiets was getrokken en dat dit meisje door de man was meegenomen op een bromfiets.
Deze politieambtenaren stelden echter vast dat de melding wellicht voortkwam uit een ruzie in de relationele sfeer en lieten de zaak verder voor wat het was. Ook de derde politieambtenaar, de meldkamercentralist, reageerde verder niet op de bewuste melding. Pas na 36 uur kwam het onderzoek naar de verdwijning van Marlies van der Kouwe op gang. Deze constatering was voor de korpschef voldoende aanleiding voor de start van een het intern onderzoek binnen het korps.