bron: Nicis
"Er zijn in Nederland in de loop der jaren veel succesvolle initiatieven ontwikkeld om Antilliaanse probleemjongeren op te vangen, maar ook vele minder geslaagde projecten. Ervan uitgaande dat het om goedbedoelde initiatieven gaat, is het vaak zo dat er te weinig kennis is van de achtergrond van deze probleemjongeren.
Dat kan de benadering van de problematiek beïnvloeden en de hulpverlening frustreren." Dit zegt Goretti Narain. Zij is oud rectormagnificus van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) en momenteel raadsadviseur bij het kabinet van de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen. Zij was lid van de Taskforce Antillianen die enkele weken geleden een rapport uitbracht aan de Nederlandse regering over het toekomstige Antillianenbeleid.
"Op Curaçao bestaat veel inzicht in de ontwikkeling van Antilliaanse jongeren en die kennis kan heel goed worden aangeboden aan de Nederlandse instellingen die daar behoefte aan hebben. Maar we moeten er wel rekening mee houden dat het om jongeren gaat die weliswaar zijn geboren en getogen op Curaçao, maar die in Nederland in een heel andere context terecht zijn gekomen. Vaak gedragen zij zich dan ook anders dan zij zouden hebben gedaan als ze nog op Curaçao woonden. Daar is er toch nog enerzijds een beschermende (familie)omgeving en anderzijds een sociale controle die het gedrag van de jongere zeker beïnvloedt. Ik vind het nuttig om contacten te versterken tussen de verschillende hulpverlenende instellingen aan beide zijden van de oceaan. Er kan dan een groter bewustzijn gecreëerd worden op Curaçao rondom de aard van de problemen waarin jongeren terecht kunnen komen als ze onvoorbereid naar Nederland vertrekken."
Narain geeft aan dat de problematiek van probleemjongeren op Curaçao niet helemaal te vergelijken is met de situatie van probleemjongeren in Nederland. De aanpak zal dan ook moeten verschillen. "Wat Curaçao zeker zou moeten meenemen uit Nederland is de noodzaak van gedegen onderzoek van het probleem voordat een oplossing bedacht wordt, en niet andersom. Vaak moet op Curaçao onder druk van de urgentie van de situatie worden gekozen voor een oplossing die wellicht niet de meest effectieve zal zijn. Toch zal een investering in gedegen voorstudies, de efficiëntie in de aanpak en de effectiviteit van maatregelen zeker ten goede komen. Omdat gebleken is dat er vaak sprake is van een meervoudige problematiek streven verschillende gemeenten in Nederland naar een zogenoemde ketenaanpak. Dat is een samenwerking tussen de verschillende hulpverlenende instellingen. De Taskforce Antilliaanse Nederlanders pleit ook voor een dergelijke aanpak die veel efficiënter en effectiever is gebleken. Daar kunnen we van leren op Curaçao en gelukkig wordt daar ook al aan gewerkt."
Rapport van Taskforce Antillianen
"Minister Vogelaar is heel duidelijk geweest in haar opdracht aan de Taskforce. De uitgangspunten van haar beleid waren reeds helder uitgezet en de Taskforce is daarmee aan de slag gegaan. Wij hebben een scala aan aanbevelingen gedaan, die gezien moeten worden in samenhang met elkaar. Het is bijvoorbeeld vrijwel onmogelijk te werken aan duurzaam beleid, zonder daarbij de Antilliaanse gemeenschap te betrekken. Wij pleiten daarom voor een structurele langdurige programmatische aanpak die de kansen van de probleemjongeren moet vergroten binnen de Nederlandse maatschappij. Tegelijkertijd zou ook gewerkt moeten worden aan verbetering van de situatie in het herkomstland zodat de jongeren in eigen land meer toekomstperspectief hebben. Als dit alles goed wordt aangepakt, dan zal op den duur het fenomeen van Antilliaanse probleemjongere verdwijnen, maar dat kost tijd en geld."
Rol Antilliaanse gemeenschap in Nederland
"Die betrokkenheid van de Antilliaanse gemeenschap is al veel eerder erkend als een belangrijke succesfactor in de aanpak van de probleemjongeren. Maar in het verleden zijn daar geen goede afspraken over gemaakt waardoor vaak te weinig gebruik is gemaakt van de kennis en ervaring van de Antilliaanse gemeenschap. Dat is een gemiste kans. Daar zijn natuurlijk allerlei oorzaken voor te noemen. Zo is bijvoorbeeld onderlinge verdeeldheid onder Antilliaanse organisaties niet bevorderlijk voor het vertrouwen van gemeenten in een intensieve samenwerking. Gemeenten willen kunnen steunen op betrouwbare organisaties die kennis hebben van hun achterban en bereid zijn mee te denken over een effectieve aanpak van specifieke problemen met Antilliaanse jongeren." Toch heeft Narain veel bewondering voor de bestaande zelforganisaties in Nederland. "Op allerlei niveaus zetten de mensen van de zelforganisaties zich in om mee te helpen aan de oplossing van de problematiek rond Antilliaanse jongeren. Dat doen zij allemaal op vrijwillige basis. Velen van hen hebben een gewone voltijdse baan, zijn daarnaast actief in de hulp aan leden van hun doelgroep en moeten bovendien, in de vrije uurtjes nog van alles doen om adequaat te reageren op allerlei vragen vanuit de gemeente.” Narain geeft aan dat de problematiek complexer is geworden. Zij vindt professionalisering, zelfs van het vrijwilligerswerk, daarom een klemmende noodzaak." Dat heeft de Antilliaanse gemeenschap zelf ook aangegeven.
Conferentie 'Samen werken binnen het Sociale domein'
Op 11 november 2008 vindt de tweede conferentie van het SKCN plaats. Dit keer op Curaçao. "Ik hoop dat een frisse samenwerking tot stand kan komen tussen organisaties die met respect voor de kennis en ervaring van elk, veel voor elkaar kunnen betekenen. Wij beseffen dat de achtergrond van de meeste Curaçaose probleemjongeren in Nederland, op Curaçao ligt. De conferentiegangers uit Nederland zouden hun licht kunnen opsteken bij hun Curaçaose partners om meer te weten te komen van die achtergrond. Daarnaast is het goed om met eigen ogen te zien wat kleinschaligheid precies betekent voor de organisaties op Curaçao. Gebrek aan menskracht en middelen dwingen de hulpverlening -soms tegen haar zin in-, prioriteiten te stellen terwijl je als mens beseft dat al het andere dat is blijven liggen, wel degelijk dringend aandacht behoeft. Probleemjongeren hebben er niet voor gekozen om tot die categorie te behoren. Omstandigheden hebben hen erin doen rollen. Het is aan ons om te proberen die omstandigheden te doorgronden en hen te helpen een menswaardig bestaan op te bouwen, waar ook ter wereld. De conferentie brengt organisaties bij elkaar die te maken hebben met verschillende aspecten van de jongerenproblematiek. Dat is alvast een goede start om te komen tot kennisuitwisseling tussen degenen die toewerken naar hetzelfde doel: het vergroten van maatschappelijke kansen voor kansarme jongeren."
"Er zijn in Nederland in de loop der jaren veel succesvolle initiatieven ontwikkeld om Antilliaanse probleemjongeren op te vangen, maar ook vele minder geslaagde projecten. Ervan uitgaande dat het om goedbedoelde initiatieven gaat, is het vaak zo dat er te weinig kennis is van de achtergrond van deze probleemjongeren.
Dat kan de benadering van de problematiek beïnvloeden en de hulpverlening frustreren." Dit zegt Goretti Narain. Zij is oud rectormagnificus van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) en momenteel raadsadviseur bij het kabinet van de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen. Zij was lid van de Taskforce Antillianen die enkele weken geleden een rapport uitbracht aan de Nederlandse regering over het toekomstige Antillianenbeleid.
"Op Curaçao bestaat veel inzicht in de ontwikkeling van Antilliaanse jongeren en die kennis kan heel goed worden aangeboden aan de Nederlandse instellingen die daar behoefte aan hebben. Maar we moeten er wel rekening mee houden dat het om jongeren gaat die weliswaar zijn geboren en getogen op Curaçao, maar die in Nederland in een heel andere context terecht zijn gekomen. Vaak gedragen zij zich dan ook anders dan zij zouden hebben gedaan als ze nog op Curaçao woonden. Daar is er toch nog enerzijds een beschermende (familie)omgeving en anderzijds een sociale controle die het gedrag van de jongere zeker beïnvloedt. Ik vind het nuttig om contacten te versterken tussen de verschillende hulpverlenende instellingen aan beide zijden van de oceaan. Er kan dan een groter bewustzijn gecreëerd worden op Curaçao rondom de aard van de problemen waarin jongeren terecht kunnen komen als ze onvoorbereid naar Nederland vertrekken."
Narain geeft aan dat de problematiek van probleemjongeren op Curaçao niet helemaal te vergelijken is met de situatie van probleemjongeren in Nederland. De aanpak zal dan ook moeten verschillen. "Wat Curaçao zeker zou moeten meenemen uit Nederland is de noodzaak van gedegen onderzoek van het probleem voordat een oplossing bedacht wordt, en niet andersom. Vaak moet op Curaçao onder druk van de urgentie van de situatie worden gekozen voor een oplossing die wellicht niet de meest effectieve zal zijn. Toch zal een investering in gedegen voorstudies, de efficiëntie in de aanpak en de effectiviteit van maatregelen zeker ten goede komen. Omdat gebleken is dat er vaak sprake is van een meervoudige problematiek streven verschillende gemeenten in Nederland naar een zogenoemde ketenaanpak. Dat is een samenwerking tussen de verschillende hulpverlenende instellingen. De Taskforce Antilliaanse Nederlanders pleit ook voor een dergelijke aanpak die veel efficiënter en effectiever is gebleken. Daar kunnen we van leren op Curaçao en gelukkig wordt daar ook al aan gewerkt."
Rapport van Taskforce Antillianen
"Minister Vogelaar is heel duidelijk geweest in haar opdracht aan de Taskforce. De uitgangspunten van haar beleid waren reeds helder uitgezet en de Taskforce is daarmee aan de slag gegaan. Wij hebben een scala aan aanbevelingen gedaan, die gezien moeten worden in samenhang met elkaar. Het is bijvoorbeeld vrijwel onmogelijk te werken aan duurzaam beleid, zonder daarbij de Antilliaanse gemeenschap te betrekken. Wij pleiten daarom voor een structurele langdurige programmatische aanpak die de kansen van de probleemjongeren moet vergroten binnen de Nederlandse maatschappij. Tegelijkertijd zou ook gewerkt moeten worden aan verbetering van de situatie in het herkomstland zodat de jongeren in eigen land meer toekomstperspectief hebben. Als dit alles goed wordt aangepakt, dan zal op den duur het fenomeen van Antilliaanse probleemjongere verdwijnen, maar dat kost tijd en geld."
Rol Antilliaanse gemeenschap in Nederland
"Die betrokkenheid van de Antilliaanse gemeenschap is al veel eerder erkend als een belangrijke succesfactor in de aanpak van de probleemjongeren. Maar in het verleden zijn daar geen goede afspraken over gemaakt waardoor vaak te weinig gebruik is gemaakt van de kennis en ervaring van de Antilliaanse gemeenschap. Dat is een gemiste kans. Daar zijn natuurlijk allerlei oorzaken voor te noemen. Zo is bijvoorbeeld onderlinge verdeeldheid onder Antilliaanse organisaties niet bevorderlijk voor het vertrouwen van gemeenten in een intensieve samenwerking. Gemeenten willen kunnen steunen op betrouwbare organisaties die kennis hebben van hun achterban en bereid zijn mee te denken over een effectieve aanpak van specifieke problemen met Antilliaanse jongeren." Toch heeft Narain veel bewondering voor de bestaande zelforganisaties in Nederland. "Op allerlei niveaus zetten de mensen van de zelforganisaties zich in om mee te helpen aan de oplossing van de problematiek rond Antilliaanse jongeren. Dat doen zij allemaal op vrijwillige basis. Velen van hen hebben een gewone voltijdse baan, zijn daarnaast actief in de hulp aan leden van hun doelgroep en moeten bovendien, in de vrije uurtjes nog van alles doen om adequaat te reageren op allerlei vragen vanuit de gemeente.” Narain geeft aan dat de problematiek complexer is geworden. Zij vindt professionalisering, zelfs van het vrijwilligerswerk, daarom een klemmende noodzaak." Dat heeft de Antilliaanse gemeenschap zelf ook aangegeven.
Conferentie 'Samen werken binnen het Sociale domein'
Op 11 november 2008 vindt de tweede conferentie van het SKCN plaats. Dit keer op Curaçao. "Ik hoop dat een frisse samenwerking tot stand kan komen tussen organisaties die met respect voor de kennis en ervaring van elk, veel voor elkaar kunnen betekenen. Wij beseffen dat de achtergrond van de meeste Curaçaose probleemjongeren in Nederland, op Curaçao ligt. De conferentiegangers uit Nederland zouden hun licht kunnen opsteken bij hun Curaçaose partners om meer te weten te komen van die achtergrond. Daarnaast is het goed om met eigen ogen te zien wat kleinschaligheid precies betekent voor de organisaties op Curaçao. Gebrek aan menskracht en middelen dwingen de hulpverlening -soms tegen haar zin in-, prioriteiten te stellen terwijl je als mens beseft dat al het andere dat is blijven liggen, wel degelijk dringend aandacht behoeft. Probleemjongeren hebben er niet voor gekozen om tot die categorie te behoren. Omstandigheden hebben hen erin doen rollen. Het is aan ons om te proberen die omstandigheden te doorgronden en hen te helpen een menswaardig bestaan op te bouwen, waar ook ter wereld. De conferentie brengt organisaties bij elkaar die te maken hebben met verschillende aspecten van de jongerenproblematiek. Dat is alvast een goede start om te komen tot kennisuitwisseling tussen degenen die toewerken naar hetzelfde doel: het vergroten van maatschappelijke kansen voor kansarme jongeren."