Prijsontwikkeling goederen en diensten”

bron: VBC

De VBC heeft kennis genomen van opmerkingen en oproepen van bestuurders en politici richting private sector om de prijzen van goederen en diensten te verlagen nu er sprake is van een dalende prijs van olieproducten op de internationale markt.

Het is echter kort door de bocht om te stellen dat de prijzen van producten omlaag moeten omdat de internationale olieprijzen zijn gedaald.
Beseft moet worden dat de oorzaken van de sterke prijsstijgingen van producten in 2008 op Curaçao niet alleen te wijten zijn aan de stijging van de internationale olieprijzen maar dat ook andere basisgrondstoffen en producten almede binnenlandse factoren daar debet aan zijn.

In 2008 werden ondernemers geconfronteerd met de import van buitenlandse inflatie en bovendien lokale maatregelen die door de overheid zijn ingevoerd en die sterk prijsverhogend hebben gewerkt o.a. verhoging premies sociale verzekeringen, minimumlonen met 18,4%, leges en retributies (werk/verblijfsvergunning), elektra, post en de nog immer aanwezige verstikkende bureaucratie. Beloften dat compenserende/flankerende maatregelen genomen zouden worden zijn nog immer niet nagekomen.
Het is thans de vraag of de effecten van de lokale door de overheid genomen maatregelen niet sterker zijn dan de internationale ontwikkelingen.

Een ander aspect is dat de component olie bij lang niet alle sectoren hetzelfde gewicht heeft in de samenstelling van het (kost)prijsgebeuren. Bij de transport sector is het gewicht groter dan b.v. de handel.

De VBC twijfelt er niet aan dat indien de situatie hiertoe aanleiding geeft ondernemers die onderworpen zijn aan concurrentie automatisch zullen overgaan tot verlagen van de prijzen van hun producten. Immers doen zij dit niet dan zal hun marktaandeel naar de concurrent toegaan.
Bij afwezigheid van marktwerking en in situaties waarbij gewerkt wordt met door de overheid vastgestelde maximumprijzen zal de overheid hierop moeten toezien.
Ondermeer dient in dit geval concreet gedacht worden aan de lokale transporttarieven
( bus en taxi). Naast het feit dat in deze sector gewerkt wordt met door de overheid vastgestelde tarieven vormt de component olie een voornaam onderdeel van de kostprijs. Nu de prijzen van olieproducten zijn gedaald mag verwacht worden dat de overheid de maximum vastgestelde tarieven naar beneden bijstelt. De vraag is of de politieke moed aanwezig is om dit te doen.

De VBC is ervan overtuigd dat gezonde en eerlijke concurrentie het meest effectieve instrument is om prijzen van goederen en diensten concurrerend te houden. Afschaffen van prijzenbeschikking en invoering wet economische mededinging en de introductie van een regulatory board om toezicht te houden op monopolies zijn zaken die al jaren lopen en die de hoogste prioriteit verdienen.
Daarnaast is het aan te bevelen dat de overheid een beleid voert gericht op koopkracht handhaving en verbetering. Creëren van productieve banen (aantrekkelijk investeringsklimaat), gezonde overheidsfinanciën, belastingverlaging, concurrerende transport, gezondheidszorg en utiliteitstarieven (water, elektra telecommunicatie) etc zijn hierbij voorname componenten.

Concluderend kan worden gesteld dat diverse oorzaken ertoe geleid hebben dat de prijzen van producten en diensten zijn gestegen. Als gevolg hiervan is het te simpel om te stellen dat verlaging van de internationale olieprijzen gelijk tot daling van prijzen van lokale producten en diensten moet leiden zonder dat gekeken wordt naar de gevolgen van andere externe en door de overheid zelf gecreëerde oorzaken.