Suzy Römer ziet gevaar in Nederlandse rol

bron: Radio Nederland Wereldomroep

René Roodheuvel in gesprek met
Suzy Römer over de staatkundige hervormingen (19'48'')

Suzy Camelia-Römer is als oud-premier, oud-minister van Justitie en als adviseur van het land Nederlandse Antillen al jaren betrokken bij de pogingen om de structuur van het Antilliaans staatsverband te hervormen. In 1993 vestigde Römer in één keer haar naam door het publiekelijk aan flarden scheuren van het Synthesedocument van toenmalig premier van Nederland Ruud Lubbers, waarin zijn ideëen stonden over de toekomstige staatkundige structuur van de Antillen. Die Toekomstconferentie liep uit op een mislukking.

Toch lagen toen al dezelfde onderwerpen op tafel als nu in de Slotverklaring en de Ronde Tafel Conferentie van 15 december 2008. "Ja, eigenljk dezelfde elementen zijn steeds blijven spelen", zegt Römer. Issues als gemeenschappelijke veiligheid, zorg voor internationale relaties en regels voor het vrij personenverkeer. "Verder was er toen al de gedachte om het Hof en de Procureur-generaal, de Centrale Bank en de Rekenkamer tot een koninkrijksorgaan te maken. En je zag ook de poging om met een toelatingsregeling tot de delen van het Koninkrijk te komen."

Voor Römer was het plan-Lubbers totaal onaanvaardbaar, omdat daarmee 'het land volledig werd uitgehold'. Het Koninkrijk wordt geregeerd door de Rijksministerraad en daarin hebben de Antillen via de gevolmachtigde minister slechts één stem met het risico te worden 'overruled'. Het grote gevaar, aldus Römer, is dat daarmee in feite politiek Nederland beslist. Ze is dus tegen het bombarderen van zaken tot koninkrijkszaken. "Ik ben wel voorstander van samenwerking tussen de landen", waarbij ieders eigen verantwoordelijkheid voorop
staat.

Toekomstconferentie
Op de Toekomstconferentie van 1993 hamerde Nederland ook al op punten als de rechtsstaat en financieel toezicht. "Toen stond er echter absoluut niets tegenover". Nu stopt Nederland miljarden in het lenigen van de schulden van de Antillen. Dan is financieel toezicht als tegenprestatie voor Römer 'aanvaardbaar en redelijk'. Wel moet als aan de voorwaarden is voldaan dat toezicht ook eindig zijn.

Het concept van koninkrijksorganen is helemaal van de baan, zegt Römer. Het Gemeenschappelijk Hof, de Rekenkamer en de Centrale Bank zijn of worden nu op basis van samenwerking en gelijkwaardigheid geregeld. "Daar heb ik geen enkele moeite mee. Je zit samen in een Koninkrijk om samen dingen te doen, anders heeft het absoluut geen zin om in het Koninkrijk te zijn. Maar wel sàmen en niet voor mij (beslissen-red) op 9000 kilometer afstand."

Met het aantreden van Ernst Hirsch-Ballin als minister voor Antilliaanse en Arubaanse Zaken deed volgens Römer destijds een nieuw type politiek van Nederland richting Antillen zijn intrede. Er werd afscheid genomen van de gedachte dat de Antillen onafhankelijk moesten
worden en er werden algemene beginselen van behoorlijk, deugdelijk en transparant bestuur ingebracht.

Römer ondersteunt dat, het is normaal modern besturen. "Mijn grootste verschil van inzicht is dat men soms in Nederland denkt: je bent klein, ik kan het beter voor jou doen. En mijn manier van denken is: nee, ieder moet zijn eigen verantwoordelijkheid vervullen." Dat geldt ook voor een klein land. Zelfredzaamheid is voor Römer het leidende principe bij het besturen. De erkenning van dat principe als uitgangspunt is voor haar het grote verschil tussen het Synthesedocument van Lubbers uit 1993 en de Slotverklaring van nu.

Volledige steun
Römer steunt het huidige hervormingsproces voor de volle honderd procent, ook al is ze het niet met alles eens. Zoals de aanwijzingsbevoegdheid van de Nederlandse minister van Justitie namens de Koninkrijksministerraad en de gezamenlijke Procureur-generaal (PG) voor alle eilanden. Maar ze kan er wel mee leven en ze wil 'als realist' akkoord gaan met wat nu bereikt is. De discussiepunten komen dan over vijf jaar wel weer op tafel bij de evaluatie.

Minister Hirsch Ballin
De aanwijzingsbevoegdheid, maar ook de Rijkswet op het personenverkeer waar minister van justitie Hirsch Ballin los van de Slotverklaring mee bezig is, ziet Römer als relikwieën van het denken in 1993. In het proces van de Slotverklaring is voor Römer de aanwijzingsbevoegdheid de 'grootste steen des aanstoots' en ze is ervan overtuigd dat met name dit de aanleiding is geweest voor alle discussie op Curaçao over de Slotverklaring. "Ik denk echt dat dit het zeer pijnlijke is geweest wat de breuk tussen de Curaçaose partijen heeft veroorzaakt." De Raad van State toetst nog of de aanwijzingsbevoegdheid met het Statuut is te verenigen.

Desondanks heeft Curaçao zichzelf door de afwijzing van de Slotverklaring in 2006 'in de vingers gesneden', zegt Römer. Zij en alle andere adviseurs - inclusief Don Martina van de MAN - hadden de Eilandsraad geadviseerd wel in te stemmen en de overblijvende bezwaren in te brengen bij de Ronde Tafel Conferentie, die spoedig daarop zou hebben moeten volgen. Maar Curaçao stapte na de afwijzing uit het proces om pas in de loop van 2007 weer aan te haken. In de tussentijd is het ontwerpen van de wetten doorggegaan. "Pas nu op 15 december (2008) zullen wij die Ronde Tafel krijgen, dus je hebt een hele grote kans gemist om over een issue te discussiëren voordat die zo verder verankerd was in het proces."

Samenwerken
Hoewel de Antillen nu uit elkaar vallen, verwacht Römer dat de eilanden in de toekomst weer gaan samenwerken. Naast het Hof, de Rekenkamer en de Centrale Bank noemt ze het Pensioenfonds, de SVB, etc. Ze vindt het dan ook niet jammer dat de Antillen ophouden te bestaan. "Nee, absoluut niet. Ik denk dat het veel beter is dat landen en eilanden vanuit een zelfstandige wil en gelijkwaardigheid samenwerken en niet vanuit een opgelegde structuur en een centraal bestuur, wat vooral door de andere eilanden als een juk van Curaçao wordt ondervonden."

Volgens Römer heeft haar PNP-partijgenoot en oud-premier Juancho Evertsz gelijk gekregen met zijn '6-1=0'-uitspraak over de uittreding van Aruba. Daardoor onstond er na 1986 binnen het overblijvende Antilliaanse staatsverband een 'financiële en bestuurlijke disbalans'. Het hele gewicht is toen op Curaçao komen te liggen en uit balans geraakt. De idealisten, zoals de PAR, kregen in de jaren '90 nog een keer de kans om te proberen de Antillen bijeen te houden, maar de realisten - waartoe Römer de PNP rekent - hebben gezien dat 'het niet kon, dat het niet zou lukken'.

-------------------------------
Dit artikel is onderdeel van het dossier 'Staatkundige Vernieuwing' van de Caribische redactie van Radio Nederland Wereldomroep