Rijksministerraad stemt in met de Raad voor de rechtshandhaving

Bron: Nederlandse Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

De Rijksministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie en minister Ter Horst en staatssecretaris Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving. In dit wetsvoorstel wordt de instelling geregeld van de Raad voor de rechtshandhaving op Curaçao, Sint Maarten en op Bonaire, Sint Eustatius en Saba op het moment dat de nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk van kracht worden.

De Raad voor de rechtshandhaving is een interlandelijk orgaan van Curaçao, Sint Maarten en Nederland. De Raad wordt belast met de algemene inspectie op de effectiviteit en kwaliteit van verschillende diensten en instellingen die deel uitmaken van de justitiële keten op Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ook ziet de Raad toe op de effectiviteit en kwaliteit van de justitiële samenwerking tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland voor zover het Bonaire, Sint Eustatius en Saba betreft.

Concreet zal de Raad zich richten op gevangenissen en andere instellingen waar vrijheidsbenemende maatregelen ten uitvoer worden gelegd (TBS, vreemdelingenbewaring), de politie, het openbaar ministerie, de politieopleiding en de justitiële taken van de Kustwacht. De inspectietaken zijn algemeen van aard. De Raad heeft geen bemoeienis met individuele opsporingsverzoeken of vervolging in strafzaken.

De Raad is een onafhankelijke inspectiedienst van de drie betrokken landen en bestaat uit drie leden, die op grond van hun deskundigheid worden benoemd. Elk van de landen draagt een lid voor. De leden worden benoemd bij Koninklijk Besluit. Het voorzitterschap rouleert tussen de leden; zij wisselen elkaars jaarlijks af.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het voorstel van Rijkswet voor advies aan de Raad van State van het Koninkrijk zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State van het Koninkrijk worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer en toezending aan de Staten van de Nederlandse Antillen en Aruba.