Curaçao gaat gebukt onder het 'ik-heb-gelijk-virus'

Op Curaçao draait alles om het grote gelijk. En niet alleen op het politieke toneel. Ook op andere terreinen van het leven lijkt alles te gaan om de simpele vraag: heb ik gelijk? En mocht de ander die vraag negatief beantwoorden dan schreeuw je net zo hard tot je het gelijk ook hebt. Of denkt te hebben gekregen.

Ik noem dit het 'ik-heb-gelijk-virus'.

Een mooi staaltje van dit virus lieten de Curaçaose volksvertegenwoordigers van het eiland afgelopen week zien op Sint Maarten. Delegaties van verschillende parlementen in het koninkrijk staken de koppen bij elkaar om de onderlinge raakvlakken aan de orde te stellen.

Al snel bleek het kleinste kleutertje van de klas de grootste mond te hebben en toen niemand echt wilde luisteren, liep het kleine kind boos de crèche uit. Boodschap: "Ik heb gelijk en als jullie niet wil luisteren, dan ga ik stoer doen. Want zij zijn groot en ik ben klein, en dat is niet eerlijk." Machismo in de meest expliciete vorm.

Niets nieuws
Zover niets nieuws onder de zon. Reacties op Facebook bevestigen dat Curaçao haar pappenheimers kent en dat niemand echt opkijkt van het bedenkelijke niveau waarnaar onze politiek is afgezakt.

Heel anders is het voorbeeld van afgelopen nacht. Op een heel ander terrein, in een heel andere setting. Met hele andere actoren. Ik heb het over InselAir. Wie het nieuws de afgelopen jaren heeft gevolgd, weet dat deze kleine, maar dappere luchtvaartmaatschappij lange teentjes heeft en richting haar concurrenten ook regelmatig spierballentaal laat horen.

Hoe de klant daarover denkt, lijkt van minder groot belang. Wellicht dat de, o zo belangrijke Curaçaose markt niet zo goed gedifferentieerd is en dat daarom de mening van de klant niet bepalend is voor het overleven op die markt. Wie zal het zeggen? In ieder geval acteert de maatschappij alsof de klant er niet toe doet. En Insel Air heeft het zelf niet eens in de gaten.

Vlucht 7I 706
Zaterdagnacht 14 januari, 01:00 uur. Eigenlijk is het al zondag, word ik gebeld door een passagier op vlucht 7I 706. Ze had zaterdagochtend al moeten vertrekken, maar de maatschappij heeft kennelijk problemen en de vlucht zal waarschijnlijk pas vertrekken na 15 uur vertraging. 03:00 's nachts.

De passagier belt mij op, omdat ze van het grondpersoneel van Insel maar niet te horen krijgt wat er aan de hand is. Of ik even kan bellen met Insel Air. Nou, dat heb ik geweten. Ik kom zelf ook geen steek verder. Men weigert mij informatie te verschaffen en waarom dat zo is, wordt me ook niet duidelijk gemaakt. Als ik het personeel vertel dat een passagier mij heeft gebeld, die ook namens haar medepassagiers verontwaardigd is dat de maatschappij op geen enkele manier haar klanten informatie verschaft, wordt me doodleuk verteld dat dat niet waar is. Maar ik krijg het in ieder geval niet te horen. Hoe vriendelijk ik het ook vraag.

De hoogste baas
Ten einde raad stuur ik in het holst van de nacht een SMS naar de hoogste baas van Insel Air, met de vraag of hij mij te woord kan staan. Misschien weet hij dan wat er met zijn eigen vliegtuigen aan de hand is. Helaas, de beste man ligt waarschijnlijk al op één oor, want ik kreeg geen SMS en ook geen telefoontje retour.

Mijn geduld wordt echter wel beloond, want de volgende ochtend, zondagmorgen om 11:10 gaat men telefoon. Het is de hoogste baas: "Ik ga u uitleggen wat er aan de hand is."

Besmet
En terwijl de woorden van deze directeur mij in de oren worden gestrooid, dwalen mijn gedachten af naar de Curaçaose delegatie op Sint Maarten en bedenk ik dat ook Insel Air besmet is met het 'ik-heb-gelijk-virus'. Het betoog van de directeur is namelijk heel redelijk en vanuit het oogpunt van de carrier ook heel begrijpelijk.

Natuurlijk begrijp ik dat zijn personeel niemand van de pers te woord kon staan. Natuurlijk was iedereen bezig om het probleem op te lossen, zodat de reizigers hun weg zouden kunnen vervolgen. En natuurlijk was het niet waar dat deze mensen slecht geïnformeerd waren door Insel. "Die mensen horen in hun boosheid geen enkel argument, dat begrijpt u toch ook wel?" vraagt de directeur.

Niet bereid
Nee, helaas. Ik begrijp er niets van. Ik vind het zelfs heel jammer voor deze man, want volgens mij begrijpt hij het niet helemaal. Je kunt namelijk wel gelijk hebben - net als de Curaçaose delegatie in Philipsburg - maar daar gaat het in je relatie met klanten helemaal niet om.

Door gelijk te willen hebben, laat InselAir alleen maar zien dat ze niet bereid zijn te willen luisteren. Dat de maatschappij niet bereid is om te willen leren. Een gemiste kans, want in dit tijdperk van Ipads, Iphones, Blackberry's en Facebook reist het nieuws een stuk sneller dan InselAir zelf.

Een besef dat ook bij het Curaçaose parlement nog niet geland is.