De economie van Curaçao - deel IV: Wat heeft het bedrijfsleven zelf gedaan?



Wat heeft 10-10-10 economisch opgeleverd voor Curaçao?
Roland O.B. van den Bergh, Curaçao, november 2015
10-10-10 had een impuls moeten worden om de economie een duw de goede richting op te geven. Dat is niet gebeurd, waarom niet? Op 10 oktober 2010 werden de Nederlandse Antillen opgeheven en kreeg Curaçao haar autonome status binnen het Koninkrijk der Nederlanden. In een serie van 6-tal artikelen wordt ingegaan op hoe het met de economie de afgelopen vijf jaar is gegaan: wat ging goed, wat ging slecht, wat is perceptie onder bedrijven en bevolking over de periode na 10-10-10, wat voor specifieke economische effecten heeft 10-10-10 gebracht en of er een kuur bestaat om de economie waar te laten groeien in de komende vijf jaar.

Deze serie bevat 6 artikelen:
De economie van Curaçao - deel I: Wat ging er goed na 10-10-'10?
De economie van Curaçao - deel II: Wat ging er fout na 10-10-'10?
De economie van Curaçao - deel III: De beleving van de economie bij bedrijven en burgers
De economie van Curaçao - deel IV: Wat heeft het bedrijfsleven zelf gedaan?
De economie van Curaçao - deel V: Wat deed de overheid na 10-10-10? 
De economie van Curaçao - deel VI: Hoe nu verder met de economie? 
Download hier de complete serie van zes artikelen van Rob van den Bergh
Caribisch Netwerk: ' Kwaliteit ministers en ambtelijke top schiet te kort' - met audiogesprek Rob van den Bergh

Wat heeft het bedrijfsleven gedaan?

Het spreekt voor zich dat de economische recessie niet alleen door de overheid wordt veroorzaakt. Andere aspecten spelen ook een rol, vaak zelf een grotere rol van betekenis. Maar dat geldt vaak ook voor andere eilanden in het Caribisch gebied die te maken hadden met de financieel economische crisis en de terugval in het toerisme na 2008. Vele Caribische eilanden zijn na de recessie weer economisch opgekrabbeld en scoren gemiddeld een economische groei van 3% per jaar, dit in scherp contract met de nulgroei van Curaçao over de afgelopen periode.

Daarnaast waren er externe ontwikkelingen die voor Curaçao relatief van grote invloed waren zoals:
  • de daling van de olieprijzen en van andere grondstoffen;
  • de rechtszaak van ex-Cubaanse werknemers tegen de Curaçaose Dokmaatschappij;
  • het verscherpen van regels door de Verenigde Staten en de belastingregeling met het Koninkrijk die van invloed zijn op de sector van internationale financiële dienstverleners;
  • de politieke en economische situatie in Venezuela die zorgt voor een sterke daling in handel via de economische zone, zorgt voor een impasse over het wel of niet upgraden van de raffinaderij (een investering van naar schatting $3 miljard) maar ook, in ieder geval tot voor kort, zorgt voor een grote toestroom van Venezolaanse toeristen.

Isla, drie miljard nodig
Deze ontwikkelingen hebben niets met 10-10-10 te maken evenals de hieronder opgesomde structurele problemen, waarmee het lokale bedrijfsleven kampt, te weten (1):

  • het gebrek aan nieuw ondernemerschap. De bestaande ondernemers zitten veelal in hun ‘comfort zone’ of hebben geen zin of energie om nieuwe activiteiten te ontwikkelen;
  • er is te weinig kennis en er zijn te weinig economische contacten met de regio om zaken te doen met landen in Latijns-Amerika en om als hub, bruggehoofd, tranferpoint te kunnen dienen met Europa en andere Caribische eilanden;
  • vergrijzing en vastgeroeste maatschappelijke verhoudingen. De gemiddelde ondernemer op Curaçao is boven de 50 of zelfs 60 jaar. Binnen de politiek, de vakbonden, georganiseerde bedrijfsleven en civil society zien we vaak al decennia lang dezelfde gezichten. Dit leidt ertoe dat standpunt, houdingen, meningen zijn vastgeroest en er weinig ruimte is voor nieuwe initiatieven die de economie kunnen stimuleren.

Daarnaast wordt soms naar voren gebracht dat bij nieuwe initiatieven en projecten vaak onvoldoende risicodragend kapitaal beschikbaar is om een lening bij een van de lokale financiële instellingen te krijgen. De lokale kapitaal markt voorziet niet of nauwelijks in risicodragend kapitaal.

Investeren in innovatie, uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten en het betreden van andere markten zorgt voor meer dynamiek en activiteit in de particuliere sector. Ook legt het de basis voor toekomstige economische groei van het bedrijfsleven. Indien deze investeringen uitblijven is de kans groot dat het particuliere bedrijfsleven verder in een neerwaartse spiraal terecht komt, waarbij omzetten achterblijven, cashflow vermindert, bedrijfsresultaten verslechteren, bezuinigd moet worden, personeelsbestand moet inkrimpen, etc.

Het onderzoek uit 2012 gaf aan dat het bedrijfsleven vooral aan het afwachten was. De vraag is of daarin verandering is gekomen of gaat komen.

Is het bedrijfsleven in 2015 nu aan zet?
In 2014 stelde de voorzitter van de CFT, Age Bakker in een lezing voor het Curaçaose bedrijfsleven (2) dat de overheidsfinanciën goeddeels op orde zijn en publieke investeringen die in de pijplijn zitten uitgevoerd moeten worden, zodat dit leidt tot een ‘kick start’ in de economie. Dit zou de voorwaarden creëren voor het private bedrijfsleven om hun projecten uit de lade te halen. Alleen het bedrijfsleven creëert welvaart en werkgelegenheid. Daarvoor dient de overheid wel de belemmeringen weg te nemen op gebied van red tape, werknemersbescherming en de ‘cost of doing’ business die een duurzame economische groei belemmeren.

Insel Air voorbeeld van investeren
Dat de ‘kick start’ vooralsnog niet heeft plaatsgevonden is te verklaren. Het bedrijfsleven wordt geconfronteerd met dalende omzetten, toenemende kosten en meer onzekerheden. De meerderheid ziet de toekomst van Curaçao niet rooskleurig in en beoordeelt in meerderheid het investeringsklimaat als matig tot slecht. Voeg daaraan toe de structurele interne problemen van het bedrijfsleven zoals vergrijzing, inertie en gebrek aan ondernemersgeest.

Bedrijven zullen pas gaan investeren of nieuwe ondernemers zullen zich pas vestigen op Curaçao op het moment dat ze kansen zien om geld te verdienen en er weer vertrouwen is in de toekomst van het eiland en er sprake is van een bedrijfsvriendelijk investeringsklimaat.

Een goed voorbeeld dat bedrijven zelf toch wat kunnen doen: InselAir. Dat bedrijf werd in 2007 opgericht en had in 2007 56, in 2010 211 en eind 2014 617 werknemers in dienst. De groei van de luchtvaartmaatschappij geeft aan dat mogelijkheden zijn voor Curaçaose bedrijven om te groeien en te exporteren zelf in tijden dat er sprake is van een hogere lastendruk en er weinig vertrouwen is in de toekomst van Curaçao en het investeringsklimaat. Op basis van een ecomische impact study werd berekend dat in korte tijd het belang van InselAir voor de nationale economie rond de 5% ligt (3).

In het volgende artikel
Het is moeilijk om mondiale en lokale economische ontwikkelingen te scheiden van economische gevolgen van 10-10-10. Dat burger en bedrijf niet zo positief zijn over Curaçao en haar investeringsklimaat moge duidelijk zijn. Daar heeft de overheid ook invloed op.
In het volgende artikel worden een groot aantal van de directe en indirecte effecten van de overheid op de economie van de laatste vijf jaar behandeld. Daarbij gaat het onder andere over lastenverzwaring, functioneren politiek, bestuur en ambtenarenapparaat, verhoging regeldruk en gebrek aan economisch beleid.

----------

VOETNOTEN

  1. Inleiding drs. R.O.B. van den Bergh, Doormodderen is geen optie voor Curaçao, University of Curaçao, 9 augustus 2015 , www.dceconomists.com
  2. Zie inleiding Prof. Age Bakker, 5 september 2014, www.cft.cw
  3. Curconsult. The footprint of InselAir, January 2015