De struik brandt, maar verbrandt niet

Dr. Eduard Braam is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek, waarvan zes maanden voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar. Dat was in Eerste Aanleg op 27 december 2000 door de arrondissementsrechtbank van Amsterdam. Hem was verkrachting ten laste gelegd en subsidiair ontucht. 

Braam werd vrijgesproken van verkrachting. Dat is anders voor het subsidiair tenlaste gelegde. Ontucht.

Eduard heeft mij uitgelegd wat er die dag is voorgevallen. De details zijn voor het verhaal niet relevant. Wel is volgens de rechter in Eerste Aanleg en later ook de Hoger Beroepsrechter wettig en overtuigend bewezen dat Braam ontucht heeft gepleegd met een voormalig patiënt. In Eerste Aanleg veroordeelt de rechtbank in Amsterdam hem tot twaalf maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk. In Hoger Beroep eist de advocaat-generaal een gevangenisstraf van zes maanden, maar dan geheel voorwaardelijk, een proeftijd van twee jaar en een geldboete van € 5.000,- of 100 dagen hechtenis. Voor ontucht.

Minderjarig
Ontucht is een containerbegrip dat voor verwarring kan zorgen. In de wet is seks met minderjarigen verboden en levert ontucht op. Maar ook een ambtenaar die ontucht pleegt met een persoon aan zijn gezag onderworpen of een bestuurder, onderwijzer, beambte of opzichter in een gevangenis moet met zijn tengels van iedereen afblijven, die onder z'n hoede valt.

Heel belangrijk in dit kader en apart genoemd in de wet, is de gezondheidswerker die geen seks mag hebben met iemand die zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp of zorg is toevertrouwd. Ontucht, ongeacht leeftijd. Pikant detail in deze zaak is dat het slachtoffer 16 jaar jong is, Minderjarig dus.

Maar de Nederlandse wet zegt ook dat vrijwillige seks met minderjarigen die zestien jaar of ouder zijn, in beginsel niet verboden is. In deze zaak is er in die zin dan ook geen sprake van ontucht met een minderjarige, ook al was ze nog maar 16.

Geen arts
In de pers en ook in het gesprek met mij, benadrukt Eduard dat hij zichzelf niet zag als arts van deze vrouw. Hij was wel behandelend arts geweest. Maar die band was verbroken toen ze naar Nederland verhuisde en een andere huisarts nam. Hij had nog wel contact met haar en in april vroeg ze hem iets mee te nemen toen ze hoorde dat hij naar Nederland kwam. Het ging om een doosje anti-conceptie pillen. Dat had beter een doosje lego kunnen zijn, want voor de rechter was dat genoeg om te stellen dat de arts-patient verhouding nog steeds bestond.

Zelf is Braam het daar niet mee eens, want hij had het pakketje ook maar gekregen van iemand uit haar familie en wist zelf niet eens wat er inzat. Dat pakketje is volgens Eduard wel de reden dat hij haar in Amsterdam ontmoet en dat die ontmoeting uitliep op een one-night stand in een hotel.

Wel schuld, geen straf
Als ik Eduard ontmoet en we de zaak bespreken, zegt hij dat hij niet veroordeeld is. Hij kreeg toch immers geen straf? Hoe had hij anders ook een lintje gekregen van Beatrix. In een eerder artikel zei ik hem al dat die vlieger niet opging, maar dat het zou helpen om uit te leggen waarom hij wel een veroordeling, maar geen straf had gekregen.

Daar voegde ik aan toe dat ik dan wel naar het vonnis zou zoeken, om dat te verifiëren. De uitleg van Eduard kreeg ik niet. Ook hij had het vonnis niet in bezit en kom zich de woorden van de rechters niet meer herinneren. Anders dan dat de meervoudige kamer ook wel voelde dat het niet ging om een echte arts-patiënt relatie was. Ik ben geen jurist, maar het oordeel in het arrest wijst anders uit. Dat was nou net de reden voor veroordeling.

De overweging van de rechter krijg ik uiteindelijk, omdat - na mijn verzoek - de rechtbank in Amsterdam mij het vonnis toestuurt. Ook het vonnis in Eerste Aanleg krijg ik, maar dan via andere kanalen.

Strafoverweging
Braam heeft volgens dat arrest een ongewenste situatie voor het slachtoffer gecreëerd en hij heeft misbruik gemaakt van het overwicht dat hij op dit zestienjarige meisje heeft gehad. Een arts moet juist in de arts/patiënt relatie, grenzen duidelijk in acht nemen.

Dit is in deze zaak nog sterker omdat Braam in het leven van het jeugdige slachtoffer een vertrouwenspositie innam. Hij was bekend met de psychische problemen en subsequente zelfmoordpogingen van zijn ex-patiënte. Hij had een aantal intensieve gesprekken met haar daarover gehad. Braam zou volgens de rechters hebben geweten dat het slachtoffer volledig op hem steunde en zijn adviezen volgde. Hij beschaamde haar vertrouwen, aldus het arrest.

'Maar', zo zeiden de rechters, 'Braam was niet eerder strafrechtelijk veroordeeld en had veel maatschappelijke schade geleden door deze strafzaak. Het hof in Hoger Beroep is daarom van oordeel dat in dit geval geen straf of maatregel dient te worden opgelegd.

Artikel 9a
Dat doet de rechter op basis van artikel 9a van het wetboek van strafrecht. En die luidt:

"Indien de rechter dit raadzaam acht in verband met de geringe ernst van het feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, dan wel die zich nadien hebben voorgedaan, kan hij in het vonnis bepalen dat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Welke van de drie redenen, 'geringe ernst', 'persoonlijkheid' of 'omstandigheden' hier gewicht geven?
Het zal wel altijd een raadsel blijven...

0-0-0-0

Download hier het arrest in Hoger Beroep