Samen tegen armoede: Santa Catharina helpt de buren


Kyondrick (2)

Ik rij er elke dag langs, op weg van huis naar de stad. Even voorbij de toko van Seru Pretu kronkelen verscholen zandweggetjes de mondi in. Wie de eerste struikgewassen achter zich laat, rijdt de armoede tegemoet. Negenhonderd meter van mij vandaan woont Williany Windster, 34 jaar oud, alleenstaande moeder met vier kinderen: Kendrish van elf, Tarriq van negen, Queshendrick van zes en Kyondrick, die twee jaar geleden werd geboren.

Het verhaal van Williany is klassiek voor Curaçao. Op haar 22ste was ze klaar met school en volgde ze haar droom door een opleiding pedagogiek te volgen. Ze wil schooljuf worden. Maat een jaar later raakt ze zwanger en stopt noodgedwongen met haar opleiding. Papa is niet uit zicht, maar woont niet in het huis dat ze gaat bouwen. 

Een fundament, vier muren en alleen boven de slaapkamer een dak. Verder komt de bouw niet, want er is geen geld. Er is ook geen keuken, geen stromend water en elektriciteit. In de slaapkamer een matras, waarop mama en de vier kinderen slapen. Als het regent, worden ze nat. Voor het huis staat een oude chevy, aangetast door de tand des tijds. De ramen voor hebben glas, maar de ramen achter slechts een doek. Er is geen voordeur.

Speelgoed voor de kinderen is er niet. Tijdens ons gesprek speelt Kyondrick - de rest is naar school - met de telefoon van zijn moeder. Hij kan het beeld op het scherm met moeite zien, want een oneindig aantal barsten en krassen verraden langdurig gebruik en evenzovele valpartijen.

Rekening

Aanleiding voor mijn bezoek aan Williany is het rapport Caribische kinderen van de rekening, van de Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen en Kinderombudsman Margrite Klaverboer.  in een rapport dat gisteren is gepubliceerd. Het rapport laat de knelpunten zien waar alleenstaande ouders en kinderen in het Caribisch deel van het Koninkrijk  die in armoede leven mee te maken hebben.

Williany’s verhaal op Curaçao past naadloos in de observaties zoals die door de Ombudsmannen beschreven zijn, hoewel die het specifiek heeft over armoede onder kinderen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

“Ik had niet gerekend op die zwangerschap", zegt ze. Ik had geen andere keuze, dan met school te stoppen en voor mijn kind te zorgen. Bovendien kwamen er al snel meer kinderen. Williany kwam in de onderstand terecht. Een bijstandsuitkering van de overheid, 325 gulden per maand. Haar moeder heeft een AOV-pensioen van achthonderd gulden per maand en helpt haar dochter zo goed en zo kwaad als het kan. Maar ook zij kan er niet van rondkomen.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek rekende uit dat een alleenstaande moeder met twee kinderen vorig jaar bijna 2150 gulden moest verdienen om boven de armoedegrens te blijven. Williany zit daar samen met nog 16.000 gezinnen op Curaçao ruim onder, een kwart van alle huishoudens op Curaçao zit daaronder. Navraag bij het ministerie van Sociale Ontwikkeling en Werkgelegenheid leert dat ze recht heeft op meer. Maar dat weet Williany niet.

De afgelopen twee jaar is er een enorme afstand ontstaan tussen de mensen die hulp nodig hebben en het ministerie. Door de covid-regels kunnen hulpbehoevende mensen niet meer vrij binnen lopen om  met een sociaal bewogen empathisch luisterende consulent over hun problemen te praten. Alles moest van de ene dag op de andere online. Veel mensen die hun baan kwijt waren, hadden nauwelijks geld om voor de basale levensbehoeften te betalen laat staan geld voor data op de telefoon om formulieren op de telefoon in te vullen terwijl die overheidsportalen veel technische problemen hadden.

Veel mensen kunnen hun problemen niet eens verbaal verwoorden laat staan schriftelijk. Het is een enorme barrière en iemand vragen om je problemen voor je op te schrijven online betekent dat je moet durven om je probleem met een ander te delen.

Nu het ministerie van Sociale Zaken ook nog het WTC, buiten de stad is ingetrokken, heeft dat een nog grotere afstand gecreëerd. Zij moeten de buurten in, laagdrempelig mensen zoals Williany benaderen. Dat is nu niet het geval.

Boosheid

Met dat ik dit schrijf, komt er een enorme boosheid opzetten. Pik Pisas maakt ruzie met Nederland over Coho - nota bene de laatste strohalm die Curaçao van nog meer armoede kan redden -  omdat het een aantasting is van ZIJN autonomie en niet die van Williany. Zij moet ver beneden de armoedegrens zien te overleven en wanneer gaat Pisas daar eens iets aan doen? Wanneer komt de overheid met een plan om armoede structureel te bestrijden. Had hij daarvoor geen geld in Dhubai kunnen vragen?

Op de achtergrond wordt Pisas gesouffleerd door de minister die eigenlijk de armoede zou moeten bestrijden: Ruthmilda Larmonie-Cecilia. Pik en Mimi maken geregeld hun opwachting bij alle recepties over economie met een bijbehorende fotorapportage en persbericht. Maar ze praten niet over huidige armoede en het gebrek aan welzijn onder de bevolking. Het enige wat burgers horen, is dat er geen geld is. 

Williany (34)

Vorig jaar kon Williany gelukkig meedoen aan een leer/werktraject van het ministerie van Sociale Ontwikkeling. Met behoud van uitkering ging zij overheidsgebouwen schoonmaken en kreeg daarvoor een kleine toelage extra per gewerkt uur. Maar vorige maand sloeg het noodlot toe: op weg naar werk kreeg de auto waarin zij naar haar werk werd gebracht een ongeluk en raakte ze arbeidsongeschikt. Haar leer/werktraject is stopgezet. De harde mededeling van het ministerie: wie niet werkt, krijgt geen geld.

Williany kijkt beteuterd. Haar ogen omhoog. “Mijn kinderen hebben genoeg van de armoede. De oudste sport bij gebrek aan faciliteiten in de eigen wijk in een wijk verderop, maar dat kan alleen als er vervoer is. Met de 325 gulden per maand kan ik niet elke dag warm eten opzetten, vaak is er alleen maar brood. Soms gaan mijn kinderen met een lege maag naar school. Gelukkig is daar een organisatie die af en toe voor een ontbijt zorgt.” 

En weer naar school, de opleiding pedagogiek afmaken? “Drie van mijn kinderen gaan naar school, de vierde, Kyondrick, kan naar opvang maar dat kost 160 gulden per maand. Dat kan ik niet betalen.”

Epiloog

Dit verhaal verscheen vandaag in de Nederlandse krant Trouw. Gisteren zette de eindredactie het stuk al online en sindsdien staat de telefoon en whatsapp roodgloeiend. Als eerste reageerde mijn eigen buurt, Santa Catharina:

Veel bewoners van de wijk zijn zich niet bewust van de verborgen armoede om de hoek. Anderen weten het wel, maar leven hun leven, zoals iedereen dat doet. Ik hoor bij beide groepen. Ik weet dat er veel armoede is, maar ook ik rij op de hoofdweg rechtdoor en stop niet om even te kijken hoe het met de buren is.

Een stroom aan spulletjes is ondertussen bij mij langsgebracht en morgen ga ik even langs om wat dingetjes met Williany te bespreken. Ze vroeg om wat pampers  - maat vijf - en fruit voor de kinderen. Angelique mijn buurvrouw van nummer twee kwam met spulletjes en een supermarktbon aanzetten, ik zag zelfs chips voor de kinderen. Ook Cristina komt langs met speelgoed en kleren.

Jael schrijft in de groepsapp dat ze mijn artikel gaat delen op Facebook in een groepje van Moeders op Curaçao kijken wat voor hulp ze daar kan krijgen.

Jennifer vraagt zich af of er geen manier is om een structurele oplossing te vinden. Arlette zegt dat we niet alle problemen op de wereld kunnen oplossen maar inderdaad WEL met z’n allen dit gezin helpen.

Rian is een project gestart voor moeders zonder inkomen. Een microkrediet project waar ze Williany voor wil interesseren. Het is een project voor vrouwen die vanwege zorgtaken voor hun kinderen of andere redenen zonder inkomen zijn. Wat zij doen is hen voorzien van tweedehands verkoopbare kleding en speelgoed, als een microkrediet. Zij kunnen deze spullen dan vanuit huis, verkopen aan mensen in hun wijk/omgeving. Opbrengst is dan voor zichzelf.

Op verzoek van Rudy ga ik Williany vragen of ze bereid is om te werken in huishouding en haar man in tuin- schoonmaak.

Mayra is vrijwilliger bij de boekenbank. Zij kunnen sowieso helpen met kleding, schoeisel, speelgoed en klein huisraad. 

Zelf uit Nederland komen appjes met het aanbod om te helpen.