De blinde vlek in het Koninkrijk

 


Bij mijn opdrachtegevers, gerenommerde nieuwsbedrijven in Nederland, probeerde ik onlangs aandacht te krijgen voor een mijlpaal die in alle nieuwsbulletins thuis zou horen: 70 jaar Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Het Statuut, de hoogste wet in het Koninkrijk, staat zelfs boven de Nederlandse grondwet. Hierin liggen de onderlinge verhoudingen tussen Nederland, Curaçao, Aruba en Sint-Maarten juridisch vast. Dit is geen exotische voetnoot, maar een essentieel document dat bepaalt hoe ons koninkrijk functioneert.

Om een voorbeeld te noemen: de half miljard euro Nederlandse hulp die na orkaan Irma op Sint Maarten op gang kwam (2017), was niet persé een daad van liefdadigheid of altruïsme van Den Haag. Nee, de hulp kwam op gang omdat we in het Statuut hebben afgesproken dat we elkaar niet loslaten in tijden van ramspoed.

En zo schoot het Koninkrijk ook te hulp tijdens de coronacrisis. Niet dat dat allemaal zo soepel liep. De politiek kleurt de hulpvraag, die verankert ligt in het Statuut, altijd in, maar de Caribische delen de rug toekeren, dat kan niet. Dankzij dat Statuut. Marktplaats klinkt misschien sexy voor sommige politici, maar is een populistisch concept van een politiek die wel de klok ziet hangen, maar niet weet hoe de klepel eruit ziet.

Ontluisterend

Toch moest ik met een stevige pitch komen om uit te leggen waarom dit onderwerp relevant is voor het Nederlandse publiek. De reacties waren, op enkele na, ontluisterend. Op een van de redacties werd gevraagd: “O, wanneer is dat en kun je uitleggen waar het exact over gaat?” Op een andere redactie werd door een van de chefs gevraagd: “Maar wat moeten wij met 70 jaar Statuut? Dat gaat Nederland toch niets aan?” En bij weer een andere redactie kreeg ik simpelweg te horen: “Geen ruimte.”

Begrijp me goed, het nieuwsaanbod is deze weken overweldigend en dat daarin keuzes moeten worden gemaakt, begrijpelijk. Mijn punt is: hoe kun je de juiste keuzes maken met een blinde vlek? Hoe kun je tot een goede journalistieke beoordeling komen, als jouw bubbel alleen maar Moskou, Kiev, Brussel, Tel-Aviv en Washington beleeft?

Die blinde vlek is er niet bij iedereen - ik heb echt een paar goed ingevoerde collega's - maar het zijn er niet veel en het beperkt zich waarschijnlijk niet alleen tot het onderwerp Koninkrijk. Er zijn vast nog meer relevante onderwerpen te bedenken die moeten vechten voor een plekje in het nieuws, maar ik beperk me hier tot de landen die door de geschiedenis met elkaar zijn verbonden.

Reden is dat Nederland een melting pot is geworden na de Tweede Wereldoorlog van volkeren en culturen. Daaruit zijn blauwdrukken ontstaan, gekleurde blauwdrukken, die je vaak niet op nieuwsredacties ziet. Een groot deel van het nieuwe, andere en bredere Nederlandse perspectief is daar niet te vinden. Dat feit alleen al zou een open blik moeten creeëren naar de ander of een besef moeten doen ontstaan van een mogelijke blinde vlek.

Bovendien leeft de helft van alle Caribische eilandbewoners niet in eigen 'land', maar in Nederland. Curaçao telt 150.000 Caribische inwoners, maar Nederland ook: 150.000 Curaçaoënaars draaien elke dag mee in de Nederlandse samenleving en kijken ook naar het publieke bestel.

Een selectieve lens

De blinde vlek is het onvermogen om iets te zien dat niet in je directe belevingswereld past. Voor veel redacties en journalisten houdt het nieuws grosso modo op bij de steden die ik net noemde. Wat daarbuiten ligt, wordt mondjesmaat toegelaten, als het verhaal zich leent om goed te vertellen of op eigen meritis echt nieuwswaardig is, zoals rampen, oorlogen en andere misere.

Dat geldt jammer genoeg ook voor het Statuut, voor de voormalige koloniën en voor de Caribische delen van het Koninkrijk. De juridische en emotionele banden die ons verbinden, zijn voor velen simpelweg onzichtbaar. Dit gebrek aan kennis en interesse leidt ertoe dat belangrijke onderwerpen worden weggewuifd of simpelweg niet worden gezien en waar dus veel overredingskracht nodig is om het belang te onderkennen.

Deze blinde vlek is niet onschuldig. Ze weerspiegelt een diepgewortelde onwetendheid die doorwerkt in de Nederlandse journalistiek, onderwijs en politiek. Wanneer een onderwerp als het Statuut geen aandacht krijgt, wordt de indruk gewekt dat de Caribische eilanden er niet toe doen. Dat hun geschiedenis en hun relatie met Nederland secundair zijn. Maar niets is minder waar.

Zwarte Piet en Slavernijexcuses

Dit gebrek aan bewustzijn zagen we eerder bij de Zwarte Piet-discussie. Nederlanders hadden jarenlang geen idee van de racistische connotaties van Zwarte Piet, totdat mensen van kleur — vaak onder grote druk en met persoonlijke risico’s — het probleem aankaartten. Pas toen dat breder aandacht kreeg - ook internationaal - werd de blinde vlek langzaam zichtbaar en bespreekbaar en zien we nu roetveeg- en regenboogpieten.

Datzelfde patroon herhaalde zich bij de excuses voor het slavernijverleden. Die kwamen er niet omdat Nederland opeens zijn historische verantwoordelijkheid ontdekte. Nee, ze kwamen omdat activisten, nazaten en internationale organisaties de druk opvoerden. Nederland had een aangever nodig, iemand die het ongemak benoemde. Zelfreflectie kwam pas nadat anderen het vuile werk hadden gedaan.

Tijd

Zolang Nederland niet leert kijken met een bredere en meer diverse blik, blijft het falen in zijn relatie met landgenoten die niet in de klei zijn geboren of achter de eigen horizon willen kijken en met een breder perspectief de wereld bezien.

Zolang redacties denken dat het Statuut “Nederland niets aangaat”, duurt de ongelijkheid en het gebrek aan begrip voort. De blinde vlek moet worden verwijderd. Dat begint met kennis, met luisteren en met het erkennen dat de wereld groter is dan Moskou, Kiev, Brussel, Tel-Aviv of Washington.

De ruimte is er. De vraag is: wie neemt hem?